Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen

Un article de Wikipédia, l'encyclopédie libre.

Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen (que l'on pourrait traduire en français par « chère Notre-Dame des Flandres ») est un chant religieux catholique et flamand, populaire pendant la période de l'entre-deux guerres, et les années 1960.

Histoire[modifier | modifier le code]

Le texte a été écrit par le père August Cuppens (nl) (1862-1924), et la musique a été composée par Lodewijk de Vocht (nl) (1887-1977).

Le chant a été composé en 1910 pour les 50 ans de la statue Notre Dame des Jésuites ( plus tard appelée Notre-Dame de la Flandre), de 2,75 mètres de haut en marbre blanc. La statue a été transférée en 1956 à l'église du Collège jésuite Saint-Barbara dans le Savaanstraat.

Texte original[modifier | modifier le code]

Liefde gaf U duizend namen

Groot en edel, schoon en zoet

Maar geen een die 't hart der Vlamen

Even hoog verblijden doet

Als de naam, o Moedermaagd,

Die gij in ons landje draagt.

Schoner klinkt hij dan al d'andren.

Onze Lieve Vrouw van Vlaandren (bis).


Waar men ga langs Vlaamse wegen

Oude hoeve, huis of tronk,

Komt men U, Maria, tegen,

Staat Uw beeltenis te pronk

Lacht ons toe uit lindegroen

Bloemenkrans of blij festoen

Moge 't nimmer hier verand'ren

O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis)


Blijf in 't Vlaamse herte tronen

Als de hoogste koningin

Als de beste moeder wonen

In elk Vlaamse huisgezin

Sta ons bij in alle nood,

Nu en in het uur der dood

Ons, Uw kind'ren, en ook d'and'ren

Liefste Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis)

Traduction[modifier | modifier le code]

Notes et références[modifier | modifier le code]